Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/110401854.webp
unterkommen
Wir sind in einem billigen Hotel untergekommen.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
cms/verbs-webp/47802599.webp
vorziehen
Viele Kinder ziehen gesunden Sachen Süßigkeiten vor.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
cms/verbs-webp/78309507.webp
ausschneiden
Die Formen müssen ausgeschnitten werden.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
cms/verbs-webp/122638846.webp
verschlagen
Die Überraschung verschlägt ihr die Sprache.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
cms/verbs-webp/94153645.webp
weinen
Das Kind weint in der Badewanne.
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/96668495.webp
drucken
Bücher und Zeitungen werden gedruckt.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/112970425.webp
sich aufregen
Sie regt sich auf, weil er immer schnarcht.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/118011740.webp
bauen
Die Kinder bauen einen hohen Turm.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/111615154.webp
zurückfahren
Die Mutter fährt die Tochter nach Hause zurück.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/105875674.webp
treten
Im Kampfsport muss man gut treten können.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
cms/verbs-webp/101938684.webp
ausführen
Er führt die Reparatur aus.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
cms/verbs-webp/67232565.webp
sich einigen
Die Nachbarn konnten sich bei der Farbe nicht einigen.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.