Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/68761504.webp
überprüfen
Der Zahnarzt überprüft das Gebiss der Patientin.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/119335162.webp
sich bewegen
Es ist gesund, sich viel zu bewegen.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
cms/verbs-webp/88615590.webp
beschreiben
Wie kann man Farben beschreiben?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
cms/verbs-webp/93393807.webp
geschehen
Im Traum geschehen komische Dinge.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
cms/verbs-webp/47241989.webp
nachschlagen
Was man nicht weiß, muss man nachschlagen.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/104302586.webp
zurückbekommen
Ich habe das Wechselgeld zurückbekommen.
terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.
cms/verbs-webp/123648488.webp
vorbeikommen
Die Ärzte kommen jeden Tag bei der Patientin vorbei.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/118011740.webp
bauen
Die Kinder bauen einen hohen Turm.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/83636642.webp
hauen
Sie haut den Ball über das Netz.
slaan
Ze slaat de bal over het net.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignorieren
Das Kind ignoriert die Worte seiner Mutter.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/89636007.webp
unterzeichnen
Er unterzeichnet den Vertrag.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/79317407.webp
befehlen
Er befiehlt seinem Hund etwas.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.