Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/19351700.webp
bereitstellen
Man stellt den Urlaubern Strandkörbe bereit.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/128644230.webp
erneuern
Der Maler will die Wandfarbe erneuern.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
cms/verbs-webp/120978676.webp
niederbrennen
Das Feuer wird viel Wald niederbrennen.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
cms/verbs-webp/53284806.webp
querdenken
Wer Erfolg haben will, muss auch mal querdenken.
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
cms/verbs-webp/110667777.webp
verantworten
Der Arzt verantwortet die Therapie.
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
cms/verbs-webp/93150363.webp
aufwachen
Er ist soeben aufgewacht.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/106088706.webp
aufstehen
Sie kann nicht mehr allein aufstehen.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
cms/verbs-webp/119913596.webp
zuschießen
Der Vater will dem Sohn ein wenig Geld zuschießen.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
cms/verbs-webp/67880049.webp
loslassen
Du darfst den Griff nicht loslassen!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/58292283.webp
fordern
Er fordert Schadensersatz.
eisen
Hij eist compensatie.
cms/verbs-webp/127720613.webp
vermissen
Er vermisst seine Freundin sehr.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/46385710.webp
akzeptieren
Hier werden Kreditkarten akzeptiert.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.