Woordenlijst
Leer werkwoorden – Duits
überprüfen
Der Zahnarzt überprüft das Gebiss der Patientin.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
sich bewegen
Es ist gesund, sich viel zu bewegen.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
beschreiben
Wie kann man Farben beschreiben?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
geschehen
Im Traum geschehen komische Dinge.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
nachschlagen
Was man nicht weiß, muss man nachschlagen.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
zurückbekommen
Ich habe das Wechselgeld zurückbekommen.
terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.
vorbeikommen
Die Ärzte kommen jeden Tag bei der Patientin vorbei.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
bauen
Die Kinder bauen einen hohen Turm.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
hauen
Sie haut den Ball über das Netz.
slaan
Ze slaat de bal over het net.
ignorieren
Das Kind ignoriert die Worte seiner Mutter.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
unterzeichnen
Er unterzeichnet den Vertrag.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.