Woordenlijst
Leer werkwoorden – Pools
zapominać
Ona zapomniała teraz jego imienia.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.
pływać
Regularnie pływa.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
publikować
Reklamy często są publikowane w gazetach.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
wjeżdżać
Metro właśnie wjeżdża na stację.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
pisać
On pisze list.
schrijven
Hij schrijft een brief.
zawierać
Ryby, ser i mleko zawierają dużo białka.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
znosić
Ona nie może znosić śpiewu.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
odważyć się
Nie odważam się skoczyć do wody.
durven
Ik durf niet in het water te springen.
zawieźć
Matka zawozi córkę z powrotem do domu.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
przynosić
Kurier przynosi paczkę.
brengen
De koerier brengt een pakketje.
anulować
Umowa została anulowana.
annuleren
Het contract is geannuleerd.