Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

kaste
Disse gamle gummidekkene må kastes separat.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.

oppbevare
Jeg oppbevarer pengene mine i nattbordet.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.

avlyse
Han avlyste dessverre møtet.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.

hoppe ut
Fisken hopper ut av vannet.
uitspringen
De vis springt uit het water.

rasle
Bladene rasler under føttene mine.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.

løpe vekk
Alle løp vekk fra brannen.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.

tilsette
Hun tilsetter litt melk i kaffen.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.

fortelle
Hun fortalte meg en hemmelighet.
vertellen
Ze vertelde me een geheim.

gjette
Du må gjette hvem jeg er!
raden
Je moet raden wie ik ben!

stoppe
Kvinnen stopper en bil.
stoppen
De vrouw stopt een auto.

dekke
Barnet dekker ørene sine.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
