Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch

عاد
عاد الأب من الحرب.
ead
ead al‘ab min alharba.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.

حدد
عليك تحديد الساعة.
hadad
ealayk tahdid alsaaeati.
instellen
Je moet de klok instellen.

بحث عن
الشرطة تبحث عن الجاني.
bahath ean
alshurtat tabhath ean aljani.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.

تجاوزوا
تجاوز الرياضيون الشلال.
tajawazuu
tajawaz alriyadiuwn alshalali.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

يحمل
الحمار يحمل حمولة ثقيلة.
yahmil
alhimar yahmil humulatan thaqilatan.
dragen
De ezel draagt een zware last.

جلس
تجلس بجانب البحر عند الغروب.
jalas
tajlis bijanib albahr eind alghuruba.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.

أخذ مع
أخذنا شجرة عيد الميلاد معنا.
‘akhadh mae
‘akhadhna shajarat eid almilad maena.
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.

تدفع
تدفع عبر الإنترنت باستخدام بطاقة الائتمان.
tadfae
tudfae eabr al‘iintirnit biastikhdam bitaqat aliaytimani.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.

وافق
الجيران لم يتفقوا على اللون.
wafaq
aljiran lam yatafiquu ealaa alluwn.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.

فكر
يجب أن تفكر كثيرًا في الشطرنج.
fikar
yajib ‘an tufakir kthyran fi alshatranji.
denken
Je moet veel denken bij schaken.

أعطت
ماذا أعطاها حبيبها في عيد ميلادها؟
‘aetat
madha ‘aetaha habibuha fi eid miladiha?
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
