‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/23257104.webp
duwen
Ze duwen de man het water in.
يدفعون
يدفعون الرجل إلى الماء.
cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
تساقط
تساقط الثلج كثيرًا اليوم.
cms/verbs-webp/6307854.webp
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
يأتي
الحظ يأتي إليك.
cms/verbs-webp/105224098.webp
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
أكدت
هي أكدت الأخبار الجيدة لزوجها.
cms/verbs-webp/105681554.webp
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
يسبب
السكر يسبب العديد من الأمراض.
cms/verbs-webp/33688289.webp
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
سمح بالدخول
لا يجب أن تسمح للغرباء بالدخول.
cms/verbs-webp/9435922.webp
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
يقترب
الحلزون يقترب من بعضه البعض.
cms/verbs-webp/114272921.webp
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
يقود
الرعاة يقودون الماشية بالخيول.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eten
De kippen eten de granen.
يأكلون
الدجاج يأكلون الحبوب.
cms/verbs-webp/79404404.webp
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
أحتاج
أنا عطشان، أحتاج ماء!
cms/verbs-webp/99633900.webp
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
يريدون
البشر يريدون استكشاف المريخ.
cms/verbs-webp/101383370.webp
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
يخرجن
يحب الفتيات الخروج معًا.