المفردات
تعلم الأفعال – الهولندية

gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
استخدم
نستخدم أقنعة الغاز في الحريق.

bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
أحتفظ
أحتفظ بأموالي في طاولة الليل.

trekken
Hij trekt de slee.
يسحب
هو يسحب الزلاجة.

activeren
De rook activeerde het alarm.
أطلق
أطلق الدخان الإنذار.

ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
تعهد
تعهدت بالعديد من الرحلات.

doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
كنت يجب أن تفعل
كنت يجب أن تفعل ذلك قبل ساعة!

gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
ذهب
أين ذهب البحيرة التي كانت هنا؟

beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
حدد
خلال الحمية، يجب تحديد كمية الطعام.

ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
يحصل
يجب عليه الحصول على إذن بالغياب من الطبيب.

bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
أكدت
هي أكدت الأخبار الجيدة لزوجها.

herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
يكرر
ببغائي يمكنه تكرير اسمي.
