‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/122789548.webp
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
أعطت
ماذا أعطاها حبيبها في عيد ميلادها؟
cms/verbs-webp/129203514.webp
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
يدردش
هو غالبًا ما يدردش مع جاره.
cms/verbs-webp/128159501.webp
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
خلط
يحتاج إلى خلط مكونات مختلفة.
cms/verbs-webp/111892658.webp
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
يسلم
هو يسلم البيتزا إلى المنازل.
cms/verbs-webp/54608740.webp
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
يجب سحب
يجب سحب الأعشاب الضارة.
cms/verbs-webp/130288167.webp
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
تنظف
هي تنظف المطبخ.
cms/verbs-webp/103797145.webp
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
ترغب في توظيف
الشركة ترغب في توظيف المزيد من الأشخاص.
cms/verbs-webp/88597759.webp
drukken
Hij drukt op de knop.
يضغط
هو يضغط على الزر.
cms/verbs-webp/75281875.webp
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
اعتنى بـ
يعتني حارسنا بإزالة الثلج.
cms/verbs-webp/94555716.webp
worden
Ze zijn een goed team geworden.
أصبح
أصبحوا فريقًا جيدًا.
cms/verbs-webp/116166076.webp
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
تدفع
تدفع عبر الإنترنت باستخدام بطاقة الائتمان.
cms/verbs-webp/49374196.webp
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
أقالني
رئيسي قد أقالني.