‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/73649332.webp
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
صرخ
إذا أردت أن يُسمع صوتك، عليك أن تصرخ رسالتك بصوت عالٍ.
cms/verbs-webp/120870752.webp
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
كيف سيسحب
كيف سيسحب هذه السمكة الكبيرة؟
cms/verbs-webp/107508765.webp
aanzetten
Zet de TV aan!
قم بتشغيل
قم بتشغيل التلفزيون!
cms/verbs-webp/122290319.webp
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
حدد جانبًا
أريد أن أحدد بعض المال جانبًا كل شهر لوقت لاحق.
cms/verbs-webp/113842119.webp
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
مر
قد مر العصر الوسيط.
cms/verbs-webp/114091499.webp
trainen
De hond wordt door haar getraind.
تدرب
الكلب يتدرب من قبلها.
cms/verbs-webp/118008920.webp
beginnen
School begint net voor de kinderen.
بدأ
المدرسة تبدأ للأطفال الآن.
cms/verbs-webp/74009623.webp
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
اختبار
يتم اختبار السيارة في ورشة العمل.
cms/verbs-webp/63645950.webp
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
تركض
تركض كل صباح على الشاطئ.
cms/verbs-webp/96586059.webp
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
أقاله
الرئيس أقاله.
cms/verbs-webp/124545057.webp
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
استمع لـ
الأطفال يحبون الاستماع إلى قصصها.
cms/verbs-webp/118759500.webp
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
يحصد
حصدنا الكثير من النبيذ.