Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/57207671.webp
priimti
Aš negaliu to pakeisti, turiu tai priimti.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/59121211.webp
paskambinti
Kas paskambino į durų skambutį?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
cms/verbs-webp/102397678.webp
skelbti
Reklama dažnai skelbiama laikraščiuose.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/99592722.webp
sudaryti
Mes kartu sudarome gerą komandą.
vormen
We vormen samen een goed team.
cms/verbs-webp/118026524.webp
gauti
Aš galiu gauti labai greitą internetą.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/67095816.webp
gyventi kartu
Abi planuoja greitu metu gyventi kartu.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
cms/verbs-webp/10206394.webp
pakęsti
Ji vos gali pakęsti skausmą!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/104167534.webp
turėti
Aš turiu raudoną sportinį automobilį.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
cms/verbs-webp/8482344.webp
bučiuoti
Jis bučiuoja kūdikį.
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/84850955.webp
pasikeisti
Dėl klimato kaitos daug kas pasikeitė.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/106279322.webp
keliauti
Mums patinka keliauti po Europą.
reizen
We reizen graag door Europa.
cms/verbs-webp/96571673.webp
dažyti
Jis dažo sieną balta.
schilderen
Hij schildert de muur wit.