Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/102136622.webp
traukti
Jis traukia rogutę.
trekken
Hij trekt de slee.
cms/verbs-webp/32796938.webp
išsiųsti
Ji nori išsiųsti laišką dabar.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
cms/verbs-webp/113393913.webp
prisistoti
Taksi prisistoję prie sustojimo.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
cms/verbs-webp/102397678.webp
skelbti
Reklama dažnai skelbiama laikraščiuose.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/93221279.webp
degti
Židinyje dega ugnis.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/40946954.webp
rūšiuoti
Jam patinka rūšiuoti savo antspaudus.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/87142242.webp
pakaboti
Hamakas pakabotas nuo lubų.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/14606062.webp
turėti teisę
Senyvo amžiaus žmonės turi teisę į pensiją.
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.
cms/verbs-webp/123786066.webp
gerti
Ji geria arbatą.
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/108991637.webp
vengti
Ji vengia savo kolegos.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/104820474.webp
skambėti
Jos balsas skamba nuostabiai.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/105623533.webp
turėtumėte
Žmogus turėtų gerti daug vandens.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.