Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

nurodyti
Mokytojas nurodo pavyzdį ant lentos.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.

pasakyti
Ji man pasakė paslaptį.
vertellen
Ze vertelde me een geheim.

apmokestinti
Įmonės apmokestinamos įvairiai.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.

pakaboti
Stalaktitai pakaboti nuo stogo.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.

paskambinti
Kas paskambino į durų skambutį?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?

statyti
Kada buvo pastatyta Kinijos didžioji siena?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

prarasti
Palauk, tu praradai savo piniginę!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!

sunaikinti
Failai bus visiškai sunaikinti.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.

vardinti
Kiek šalių gali vardinti?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?

atsakyti
Studentas atsako į klausimą.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.

bučiuoti
Jis bučiuoja kūdikį.
kussen
Hij kust de baby.
