Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/114993311.webp
vidjeti
Bolje možete vidjeti s naočalama.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/93150363.webp
probuditi se
Upravo se probudio.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/68841225.webp
razumjeti
Ne mogu te razumjeti!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/129235808.webp
slušati
Rado sluša trbuh svoje trudne supruge.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
cms/verbs-webp/96586059.webp
otpustiti
Šef ga je otpustio.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
cms/verbs-webp/64053926.webp
prevazići
Sportisti prevazilaze vodopad.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/14606062.webp
imati pravo
Starije osobe imaju pravo na penziju.
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.
cms/verbs-webp/112444566.webp
razgovarati
S njim bi trebao netko razgovarati; tako je usamljen.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/58477450.webp
iznajmljivati
On iznajmljuje svoju kuću.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
cms/verbs-webp/129300323.webp
dodirnuti
Farmer dodiruje svoje biljke.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/119235815.webp
voljeti
Stvarno voli svog konja.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/120452848.webp
znati
Ona zna mnoge knjige gotovo napamet.
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.