Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bosnisch

gurati
Auto je stao i morao je biti gurnut.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.

učiti
Mnogo žena uči na mom univerzitetu.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

zaustaviti
Taksiji su se zaustavili na stanici.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

gurati
Medicinska sestra gura pacijenta u invalidskim kolicima.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.

tjera
Jedan labud tjera drugog.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.

hraniti
Djeca hrane konja.
voeden
De kinderen voeden het paard.

jesti
Šta želimo jesti danas?
eten
Wat willen we vandaag eten?

poslati
Ovaj paket će uskoro biti poslan.
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.

spomenuti
Koliko puta moram spomenuti ovu raspravu?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?

proći
Može li mačka proći kroz ovu rupu?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?

voziti se
Automobili se voze u krugu.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
