Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/61280800.webp
suzdržavati se
Ne mogu potrošiti previše novca; moram se suzdržavati.
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
cms/verbs-webp/96476544.webp
postaviti
Datum se postavlja.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/95625133.webp
voljeti
Ona jako voli svoju mačku.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/90309445.webp
održati se
Sprovod se održao prekjučer.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
cms/verbs-webp/63457415.webp
pojednostaviti
Djeci morate pojednostaviti komplikovane stvari.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
cms/verbs-webp/44269155.webp
baciti
On ljutito baca svoj računar na pod.
gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.
cms/verbs-webp/120978676.webp
izgorjeti
Požar će izgorjeti puno šume.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
cms/verbs-webp/117953809.webp
podnijeti
Ona ne može podnijeti pjevanje.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/119895004.webp
pisati
On piše pismo.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/859238.webp
obavljati
Ona obavlja neuobičajeno zanimanje.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/121180353.webp
izgubiti
Čekaj, izgubio si novčanik!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
cms/verbs-webp/122079435.webp
povećati
Kompanija je povećala svoje prihode.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.