Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

záviset
Je slepý a závisí na vnější pomoci.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

hledat
Na podzim hledám houby.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.

projít
Může tudy projít kočka?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?

kontrolovat
Zubní lékař kontroluje zuby.
controleren
De tandarts controleert de tanden.

míchat
Malíř míchá barvy.
mengen
De schilder mengt de kleuren.

lehnout si
Byli unavení a lehli si.
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.

promluvit
Chce promluvit ke své kamarádce.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.

porodit
Brzy porodí.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.

přejet
Cyklista byl přejet autem.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.

ležet
Děti společně leží na trávníku.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.

garantovat
Pojištění garantuje ochranu v případě nehod.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
