Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/99769691.webp
projet
Vlak nás právě projíždí.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/106665920.webp
cítit
Matka cítí pro své dítě mnoho lásky.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/118064351.webp
vyhnout se
Musí se vyhnout ořechům.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
cms/verbs-webp/94193521.webp
zahnout
Můžete zahnout vlevo.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/80427816.webp
opravit
Učitel opravuje eseje studentů.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
cms/verbs-webp/91147324.webp
odměnit
Byl odměněn medailí.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/132305688.webp
plýtvat
Energií by se nemělo plýtvat.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
cms/verbs-webp/27564235.webp
pracovat na
Musí pracovat na všech těchto souborech.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
cms/verbs-webp/85191995.webp
vycházet
Ukončete svůj boj a konečně si vycházejte!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/130938054.webp
zakrýt
Dítě se zakrývá.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/118780425.webp
ochutnat
Hlavní kuchař ochutnává polévku.
proeven
De chef-kok proeft de soep.
cms/verbs-webp/122638846.webp
nechat bez slov
Překvapení ji nechalo bez slov.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.