Woordenlijst

Leer werkwoorden – Slovaaks

cms/verbs-webp/121820740.webp
začať
Turisti začali skoro ráno.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
cms/verbs-webp/64053926.webp
zdolať
Športovci zdolali vodopád.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/68841225.webp
rozumieť
Nerozumiem ti!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/21529020.webp
bežať smerom
Dievča beží k svojej mame.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/54887804.webp
zaručiť
Poistenie zaručuje ochranu v prípade nehôd.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
cms/verbs-webp/115373990.webp
objaviť
Vodou sa náhle objavila obrovská ryba.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/114993311.webp
vidieť
S okuliarmi vidíte lepšie.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/82378537.webp
zlikvidovať
Tieto staré gumové pneumatiky musia byť zlikvidované samostatne.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/106608640.webp
používať
Už aj malé deti používajú tablety.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
cms/verbs-webp/85191995.webp
vychádzať
Ukončte svoj boj a konečne vychádzajte!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/85623875.webp
študovať
Na mojej univerzite študuje veľa žien.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
cms/verbs-webp/101938684.webp
vykonať
On vykonáva opravu.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.