Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

name
How many countries can you name?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?

open
Can you please open this can for me?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?

get along
End your fight and finally get along!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!

get a turn
Please wait, you’ll get your turn soon!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!

visit
An old friend visits her.
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.

mix
She mixes a fruit juice.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.

mean
What does this coat of arms on the floor mean?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?

must
He must get off here.
moeten
Hij moet hier uitstappen.

send
He is sending a letter.
sturen
Hij stuurt een brief.

build
When was the Great Wall of China built?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

complete
He completes his jogging route every day.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
