Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/63244437.webp
cover
She covers her face.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
cms/verbs-webp/101890902.webp
produce
We produce our own honey.
produceren
We produceren onze eigen honing.
cms/verbs-webp/119747108.webp
eat
What do we want to eat today?
eten
Wat willen we vandaag eten?
cms/verbs-webp/104849232.webp
give birth
She will give birth soon.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/55372178.webp
make progress
Snails only make slow progress.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
cms/verbs-webp/83548990.webp
return
The boomerang returned.
terugkomen
De boemerang kwam terug.
cms/verbs-webp/123237946.webp
happen
An accident has happened here.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/80325151.webp
complete
They have completed the difficult task.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/102677982.webp
feel
She feels the baby in her belly.
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
cms/verbs-webp/123380041.webp
happen to
Did something happen to him in the work accident?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/81885081.webp
burn
He burned a match.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
cms/verbs-webp/98977786.webp
name
How many countries can you name?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?