Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/104476632.webp
prati suđe
Ne volim prati suđe.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/63868016.webp
vratiti
Pas vraća igračku.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/64904091.webp
pokupiti
Moramo pokupiti sve jabuke.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/61826744.webp
stvoriti
Ko je stvorio Zemlju?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
cms/verbs-webp/55119061.webp
početi trčati
Sportista je spreman da počne trčati.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
cms/verbs-webp/111750432.webp
visjeti
Oboje vise na grani.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/51465029.webp
kasniti
Sat kasni nekoliko minuta.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/77572541.webp
ukloniti
Majstor je uklonio stare pločice.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/21342345.webp
svidjeti se
Djetetu se sviđa nova igračka.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
cms/verbs-webp/118861770.webp
bojati se
Dijete se boji u mraku.
bang zijn
Het kind is bang in het donker.
cms/verbs-webp/73649332.webp
vikati
Ako želiš biti čuo, moraš glasno vikati svoju poruku.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/84847414.webp
paziti
Naš sin jako pazi na svoj novi automobil.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.