Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bosnisch

ponoviti
Moj papagaj može ponoviti moje ime.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.

parkirati
Bicikli su parkirani ispred kuće.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

krenuti
Vlak kreće.
vertrekken
De trein vertrekt.

zvoniti
Zvono zvoni svakodnevno.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.

objaviti
Izdavač je objavio mnoge knjige.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.

glasati
Glasaci danas glasaju o svojoj budućnosti.
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.

pustiti unutra
Van snijeg pada, pa smo ih pustili unutra.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.

prilagoditi
Tkanina se prilagođava veličini.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.

govoriti loše
Kolege iz razreda loše govore o njoj.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

postojati
Dinosaurusi danas više ne postoje.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

izrezati
Oblike treba izrezati.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
