Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/106665920.webp
senti
La patrino sentas multe da amo por sia infano.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/105785525.webp
minaci
Katastrofo minacas.
op handen zijn
Een ramp is op handen.
cms/verbs-webp/66441956.webp
noti
Vi devas noti la pasvorton!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/43100258.webp
renkonti
Foje ili renkontiĝas en la ŝtuparo.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
cms/verbs-webp/104759694.webp
esperi
Multaj esperas pri pli bona estonteco en Eŭropo.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
cms/verbs-webp/125319888.webp
kovri
Ŝi kovras sian hararon.
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cms/verbs-webp/117311654.webp
porti
Ili portas siajn infanojn sur siaj dorsoj.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
cms/verbs-webp/73880931.webp
purigi
La laboristo purigas la fenestron.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/62000072.webp
tranokti
Ni tranoktas en la aŭto.
overnachten
We overnachten in de auto.
cms/verbs-webp/78063066.webp
konservi
Mi konservas mian monon en mia noktotablo.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
cms/verbs-webp/117421852.webp
amikiĝi
La du amikiĝis.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
cms/verbs-webp/19351700.webp
provizi
Plaĝseĝoj estas provizitaj por la turistoj.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.