Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (BR)

cms/verbs-webp/34725682.webp
sugerir
A mulher sugere algo para sua amiga.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/60625811.webp
destruir
Os arquivos serão completamente destruídos.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/118780425.webp
provar
O chef principal prova a sopa.
proeven
De chef-kok proeft de soep.
cms/verbs-webp/115172580.webp
provar
Ele quer provar uma fórmula matemática.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
cms/verbs-webp/90539620.webp
passar
Às vezes, o tempo passa devagar.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
cms/verbs-webp/108580022.webp
retornar
O pai retornou da guerra.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
cms/verbs-webp/118011740.webp
construir
As crianças estão construindo uma torre alta.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/88615590.webp
descrever
Como se pode descrever cores?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
cms/verbs-webp/59121211.webp
tocar
Quem tocou a campainha?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
cms/verbs-webp/86215362.webp
enviar
Esta empresa envia produtos para todo o mundo.
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
cms/verbs-webp/63351650.webp
cancelar
O voo está cancelado.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/119747108.webp
comer
O que queremos comer hoje?
eten
Wat willen we vandaag eten?