Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

povoziti
Na žalost še vedno mnogo živali povozijo avtomobili.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.

slišati
Ne morem te slišati!
horen
Ik kan je niet horen!

potrebovati
Sem žejen, potrebujem vodo!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!

govoriti z
Nekdo bi moral govoriti z njim; je tako osamljen.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

pozvoniti
Kdo je pozvonil na vrata?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?

povzročiti
Sladkor povzroča mnoge bolezni.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.

raziskovati
Ljudje želijo raziskovati Mars.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.

popraviti
Hotel je popraviti kabel.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.

potegniti gor
Helikopter potegne gor dva moška.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.

razmišljati
Vedno mora razmišljati o njem.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.

zapraviti
Energije se ne bi smelo zapraviti.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
