Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens
razumeti
Vsega o računalnikih ne moreš razumeti.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
odpeljati
Vlak odpelje.
vertrekken
De trein vertrekt.
črkovati
Otroci se učijo črkovati.
spellen
De kinderen leren spellen.
ustvarjati
Elektriko ustvarjamo z vetrom in sončno svetlobo.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
razumeti
Končno sem razumel nalogo!
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!
igrati
Otrok se raje igra sam.
spelen
Het kind speelt liever alleen.
trenirati
Pes je treniran od nje.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
podčrtati
Svojo izjavo je podčrtal.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
ležati nasproti
Tam je grad - leži ravno nasproti!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
obvladovati
Težave je treba obvladovati.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
mešati
Različne sestavine je treba zmešati.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.