Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/61245658.webp
skočiti ven
Riba skoči iz vode.
uitspringen
De vis springt uit het water.
cms/verbs-webp/54887804.webp
zagotavljati
Zavarovanje zagotavlja zaščito v primeru nesreč.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
cms/verbs-webp/41019722.webp
odpeljati domov
Po nakupovanju se oba odpeljeta domov.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/44518719.webp
hoditi
Po tej poti se ne sme hoditi.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
cms/verbs-webp/119289508.webp
obdržati
Denar lahko obdržite.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/124545057.webp
poslušati
Otroci radi poslušajo njene zgodbe.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
cms/verbs-webp/113842119.webp
miniti
Srednji vek je minil.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/100011426.webp
vplivati
Ne pusti, da te drugi vplivajo!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/63457415.webp
poenostaviti
Zapletene stvari morate otrokom poenostaviti.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
cms/verbs-webp/123953850.webp
rešiti
Zdravniki so mu rešili življenje.
redden
De dokters konden zijn leven redden.
cms/verbs-webp/118567408.webp
misliti
Koga misliš, da je močnejši?
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/87317037.webp
igrati
Otrok se raje igra sam.
spelen
Het kind speelt liever alleen.