Woordenlijst
Leer werkwoorden – Frans

discuter
Ils discutent entre eux.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.

générer
Nous générons de l’électricité avec le vent et la lumière du soleil.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

jeter
Ces vieux pneus doivent être jetés séparément.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.

couper
La coiffeuse lui coupe les cheveux.
knippen
De kapper knipt haar haar.

commencer
Une nouvelle vie commence avec le mariage.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.

endommager
Deux voitures ont été endommagées dans l’accident.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.

consumer
Le feu va consumer beaucoup de la forêt.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.

détruire
Les fichiers seront complètement détruits.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.

suggérer
La femme suggère quelque chose à son amie.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

passer
Le Moyen Âge est passé.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.

apparaître
Un gros poisson est soudainement apparu dans l’eau.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
