Woordenlijst

Leer werkwoorden – Armeens

cms/verbs-webp/47802599.webp
նախընտրում են
Շատ երեխաներ նախընտրում են քաղցրավենիք առողջ բաներից:
nakhyntrum yen
Shat yerekhaner nakhyntrum yen k’aghts’ravenik’ arroghj banerits’:
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
cms/verbs-webp/93169145.webp
խոսել
Նա խոսում է իր հանդիսատեսի հետ:
khosel
Na khosum e ir handisatesi het:
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/3819016.webp
բաց թողնել
Նա բաց թողեց գոլի հնարավորությունը։
bats’ t’voghnel
Na bats’ t’voghets’ goli hnaravorut’yuny.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
cms/verbs-webp/27076371.webp
պատկանել
Կինս ինձ է պատկանում։
patkanel
Kins indz e patkanum.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/104849232.webp
ծնել
Նա շուտով կծննդաբերի։
tsnel
Na shutov ktsnndaberi.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/113418367.webp
որոշել
Նա չի կարող որոշել, թե որ կոշիկները հագնել:
voroshel
Na ch’i karogh voroshel, t’e vor koshiknery hagnel:
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/101742573.webp
ներկ
Նա նկարել է իր ձեռքերը.
nerk
Na nkarel e ir dzerrk’ery.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/121112097.webp
ներկ
Ես քեզ համար գեղեցիկ նկար եմ նկարել։
nerk
Yes k’ez hamar geghets’ik nkar yem nkarel.
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
cms/verbs-webp/104167534.webp
սեփական
Ես ունեմ կարմիր սպորտային մեքենա:
sep’akan
Yes unem karmir sportayin mek’ena:
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
cms/verbs-webp/90032573.webp
իմանալ
Երեխաները շատ հետաքրքրասեր են և արդեն շատ բան գիտեն:
imanal
Yerekhanery shat hetak’rk’raser yen yev arden shat ban giten:
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
cms/verbs-webp/117421852.webp
ընկերներ դառնալ
Երկուսն էլ ընկերներ են դարձել։
ynkerner darrnal
Yerkusn el ynkerner yen dardzel.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
cms/verbs-webp/118011740.webp
կառուցել
Երեխաները բարձր աշտարակ են կառուցում։
karruts’el
Yerekhanery bardzr ashtarak yen karruts’um.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.