Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/18473806.webp
get a turn
Please wait, you’ll get your turn soon!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
cms/verbs-webp/119235815.webp
love
She really loves her horse.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/44127338.webp
quit
He quit his job.
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
cms/verbs-webp/75508285.webp
look forward
Children always look forward to snow.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/128159501.webp
mix
Various ingredients need to be mixed.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/114231240.webp
lie
He often lies when he wants to sell something.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/120015763.webp
want to go out
The child wants to go outside.
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
cms/verbs-webp/105224098.webp
confirm
She could confirm the good news to her husband.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/89516822.webp
punish
She punished her daughter.
straffen
Ze strafte haar dochter.
cms/verbs-webp/54887804.webp
guarantee
Insurance guarantees protection in case of accidents.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
cms/verbs-webp/64904091.webp
pick up
We have to pick up all the apples.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/130938054.webp
cover
The child covers itself.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.