Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/119235815.webp
love
She really loves her horse.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/95190323.webp
vote
One votes for or against a candidate.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
cms/verbs-webp/78773523.webp
increase
The population has increased significantly.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/102169451.webp
handle
One has to handle problems.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/97335541.webp
comment
He comments on politics every day.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/30793025.webp
show off
He likes to show off his money.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/112970425.webp
get upset
She gets upset because he always snores.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/120978676.webp
burn down
The fire will burn down a lot of the forest.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
cms/verbs-webp/96531863.webp
go through
Can the cat go through this hole?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/11579442.webp
throw to
They throw the ball to each other.
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
cms/verbs-webp/115224969.webp
forgive
I forgive him his debts.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
cms/verbs-webp/119335162.webp
move
It’s healthy to move a lot.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.