Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/94796902.webp
find one’s way back
I can’t find my way back.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
cms/verbs-webp/61162540.webp
trigger
The smoke triggered the alarm.
activeren
De rook activeerde het alarm.
cms/verbs-webp/63351650.webp
cancel
The flight is canceled.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/123844560.webp
protect
A helmet is supposed to protect against accidents.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sort
I still have a lot of papers to sort.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
cms/verbs-webp/81885081.webp
burn
He burned a match.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
cms/verbs-webp/3270640.webp
pursue
The cowboy pursues the horses.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
cms/verbs-webp/113842119.webp
pass
The medieval period has passed.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/121112097.webp
paint
I’ve painted a beautiful picture for you!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
cms/verbs-webp/117284953.webp
pick out
She picks out a new pair of sunglasses.
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
cms/verbs-webp/64904091.webp
pick up
We have to pick up all the apples.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/105681554.webp
cause
Sugar causes many diseases.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.