Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

מתקנת
המורה מתקנת את מאמרי התלמידים.
mtqnt
hmvrh mtqnt at mamry htlmydym.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

להציע
האישה מציעה משהו לחברתה.
lhtsy’e
hayshh mtsy’eh mshhv lhbrth.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

לברוח
הבן שלנו רצה לברוח מהבית.
lbrvh
hbn shlnv rtsh lbrvh mhbyt.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.

נהנית
היא נהנית מהחיים.
nhnyt
hya nhnyt mhhyym.
genieten
Ze geniet van het leven.

לפשט
צריך לפשט דברים מורכבים לילדים.
lpsht
tsryk lpsht dbrym mvrkbym lyldym.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.

עבדה
היא עובדת יותר טוב מגבר.
’ebdh
hya ’evbdt yvtr tvb mgbr.
werken
Ze werkt beter dan een man.

להכין
היא הכינה לו שמחה גדולה.
lhkyn
hya hkynh lv shmhh gdvlh.
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.

מקווים
הרבה מקווים לעתיד טוב יותר באירופה.
mqvvym
hrbh mqvvym l’etyd tvb yvtr bayrvph.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.

מנקה
העובד מנקה את החלון.
mnqh
h’evbd mnqh at hhlvn.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.

נושא
החמור נושא מעמסה כבדה.
nvsha
hhmvr nvsha m’emsh kbdh.
dragen
De ezel draagt een zware last.

להודות
הוא הודה לה בפרחים.
lhvdvt
hva hvdh lh bprhym.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
