Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/66787660.webp
pintar
Vull pintar el meu pis.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/128644230.webp
renovar
El pintor vol renovar el color de la paret.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
cms/verbs-webp/75423712.webp
canviar
El semàfor ha canviat a verd.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
cms/verbs-webp/116067426.webp
fugir
Tothom va fugir del foc.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
cms/verbs-webp/853759.webp
liquidar
La mercaderia s’està liquidant.
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
cms/verbs-webp/110646130.webp
cobrir
Ella ha cobert el pa amb formatge.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/83548990.webp
tornar
El bumerang va tornar.
terugkomen
De boemerang kwam terug.
cms/verbs-webp/103797145.webp
contractar
L’empresa vol contractar més gent.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/89025699.webp
portar
L’ase porta una càrrega pesada.
dragen
De ezel draagt een zware last.
cms/verbs-webp/74916079.webp
arribar
Va arribar just a temps.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
cms/verbs-webp/110401854.webp
trobar allotjament
Vam trobar allotjament en un hotel barat.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
cms/verbs-webp/77738043.webp
començar
Els soldats estan començant.
beginnen
De soldaten beginnen.