Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

hořet
V krbu hoří oheň.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.

zrušit
Smlouva byla zrušena.
annuleren
Het contract is geannuleerd.

zapsat
Chce si zapsat svůj podnikatelský nápad.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.

trénovat
Profesionální sportovci musí trénovat každý den.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.

studovat
Na mé univerzitě studuje mnoho žen.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

setkat se
Někdy se setkávají na schodišti.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.

poslouchat
Děti rády poslouchají její příběhy.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.

zrušit
Bohužel zrušil schůzku.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.

platit
Vízum již není platné.
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.

zvonit
Kdo zazvonil na zvonek?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?

zahnout
Můžete zahnout vlevo.
draaien
Je mag naar links draaien.
