Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

prenašati
Ne more prenašati petja.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.

opisati
Kako lahko opišemo barve?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?

ustvarjati
Elektriko ustvarjamo z vetrom in sončno svetlobo.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

snežiti
Danes je močno snežilo.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.

hraniti
Denar hranim v nočni omarici.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.

prevzeti
Kobilice so prevzele oblast.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.

priti domov
Oče je končno prišel domov!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!

prebiti se
Voda je bila previsoka; tovornjak se ni mogel prebiti čez.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.

poslati
Blago mi bodo poslali v paketu.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.

pozabiti
Ne želi pozabiti preteklosti.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

trenirati
Profesionalni športniki morajo trenirati vsak dan.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
