Besedni zaklad

Naučite se glagolov – nizozemščina

cms/verbs-webp/65840237.webp
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
poslati
Blago mi bodo poslali v paketu.
cms/verbs-webp/86064675.webp
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
potisniti
Avto je ustavil in ga je bilo treba potisniti.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
parkirati
Avtomobili so parkirani v podzemni garaži.
cms/verbs-webp/85968175.webp
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
poškodovati
V nesreči sta bila poškodovana dva avtomobila.
cms/verbs-webp/117658590.webp
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
izumreti
Danes je izumrlo veliko živali.
cms/verbs-webp/68761504.webp
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
preveriti
Zobozdravnik preverja pacientovo zobovje.
cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
iti naprej
Na tej točki ne moreš iti naprej.
cms/verbs-webp/71991676.webp
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
pustiti za seboj
Slučajno so na postaji pustili svojega otroka.
cms/verbs-webp/54608740.webp
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
izpulliti
Plevel je treba izpulliti.
cms/verbs-webp/123519156.webp
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
preživeti
Ves svoj prosti čas preživi zunaj.
cms/verbs-webp/119417660.webp
geloven
Veel mensen geloven in God.
verjeti
Mnogi verjamejo v Boga.
cms/verbs-webp/5161747.webp
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
odstraniti
Bager odstranjuje zemljo.