Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/116877927.webp
įrengti
Mano dukra nori įrengti savo butą.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
cms/verbs-webp/82604141.webp
išmesti
Jis užsteigia ant išmestojo bananų lukšto.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
cms/verbs-webp/63244437.webp
dengti
Ji dengia savo veidą.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
cms/verbs-webp/18316732.webp
pravažiuoti pro
Automobilis pravažiuoja pro medį.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/102731114.webp
išleisti
Leidykla išleido daug knygų.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/83636642.webp
mušti
Ji muša kamuolį per tinklą.
slaan
Ze slaat de bal over het net.
cms/verbs-webp/120220195.webp
parduoti
Prekybininkai parduoda daug prekių.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/125884035.webp
nustebinti
Ji nustebino savo tėvus dovanomis.
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.
cms/verbs-webp/123844560.webp
apsaugoti
Šalmas turėtų apsaugoti nuo avarijų.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/61162540.webp
suaktyvinti
Dūmai suaktyvino signalizaciją.
activeren
De rook activeerde het alarm.
cms/verbs-webp/129300323.webp
liesti
Ūkininkas liečia savo augalus.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/103232609.webp
rodyti
Čia rodomas modernus menas.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.