Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/43956783.webp
pabėgti
Mūsų katė pabėgo.
weglopen
Onze kat is weggelopen.
cms/verbs-webp/106851532.webp
žiūrėti vienas į kitą
Jie žiūrėjo vienas į kitą ilgą laiką.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/95470808.webp
įeiti
Prašau įeik!
binnenkomen
Kom binnen!
cms/verbs-webp/43100258.webp
susitikti
Kartais jie susitinka laiptinėje.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
cms/verbs-webp/111063120.webp
pažinti
Nepažįstami šunys nori vienas kitą pažinti.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
cms/verbs-webp/30793025.webp
rodytis
Jam patinka rodytis su savo pinigais.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/117953809.webp
kęsti
Ji negali kęsti dainavimo.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/78932829.webp
remti
Mes remiame mūsų vaiko kūrybiškumą.
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
cms/verbs-webp/108014576.webp
matyti
Jie pagaliau vėl mato vienas kitą.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/79317407.webp
liepti
Jis liepia savo šuniui.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/63645950.webp
bėgti
Ji kas rytą bėga ant paplūdimio.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/106682030.webp
rasti vėl
Po persikraustymo aš negalėjau rasti savo paso.
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.