Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/80427816.webp
rette
Læreren retter elevernes opgaver.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
cms/verbs-webp/113316795.webp
logge ind
Du skal logge ind med dit kodeord.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/123211541.webp
sne
Det har sneet meget i dag.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
cms/verbs-webp/21529020.webp
løbe hen imod
Pigen løber hen imod sin mor.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/74036127.webp
misse
Manden missede sit tog.
missen
De man heeft zijn trein gemist.
cms/verbs-webp/117284953.webp
vælge
Hun vælger et nyt par solbriller.
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
cms/verbs-webp/99951744.webp
mistænke
Han mistænker, at det er hans kæreste.
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.
cms/verbs-webp/99592722.webp
danne
Vi danner et godt team sammen.
vormen
We vormen samen een goed team.
cms/verbs-webp/60625811.webp
ødelægge
Filerne vil blive fuldstændigt ødelagt.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/124740761.webp
stoppe
Kvinden stopper en bil.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/100585293.webp
vende rundt
Du skal vende bilen her.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/25599797.webp
spare
Du sparer penge, når du sænker rumtemperaturen.
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.