Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/122470941.webp
sende
Jeg sendte dig en besked.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
cms/verbs-webp/118064351.webp
undgå
Han skal undgå nødder.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
cms/verbs-webp/77572541.webp
fjerne
Håndværkeren fjernede de gamle fliser.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/68761504.webp
tjekke
Tandlægen tjekker patientens tandsæt.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/120870752.webp
trække ud
Hvordan skal han trække den store fisk op?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
cms/verbs-webp/68779174.webp
repræsentere
Advokater repræsenterer deres klienter i retten.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/64053926.webp
overkomme
Atleterne overkommer vandfaldet.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/119379907.webp
gætte
Du skal gætte hvem jeg er!
raden
Je moet raden wie ik ben!
cms/verbs-webp/123546660.webp
tjekke
Mekanikeren tjekker bilens funktioner.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
cms/verbs-webp/33688289.webp
lukke ind
Man bør aldrig lukke fremmede ind.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignorere
Barnet ignorerer sin mors ord.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/115520617.webp
køre over
En cyklist blev kørt over af en bil.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.