Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/117490230.webp
order
She orders breakfast for herself.
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
cms/verbs-webp/47241989.webp
look up
What you don’t know, you have to look up.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/94312776.webp
give away
She gives away her heart.
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
cms/verbs-webp/117311654.webp
carry
They carry their children on their backs.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
cms/verbs-webp/101630613.webp
search
The burglar searches the house.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/70055731.webp
depart
The train departs.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/63244437.webp
cover
She covers her face.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
cms/verbs-webp/64053926.webp
overcome
The athletes overcome the waterfall.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/40946954.webp
sort
He likes sorting his stamps.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/5161747.webp
remove
The excavator is removing the soil.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
cms/verbs-webp/99169546.webp
look
Everyone is looking at their phones.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
cms/verbs-webp/51573459.webp
emphasize
You can emphasize your eyes well with makeup.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.