Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/33493362.webp
call back
Please call me back tomorrow.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
cms/verbs-webp/101938684.webp
carry out
He carries out the repair.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
cms/verbs-webp/102167684.webp
compare
They compare their figures.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
cms/verbs-webp/859238.webp
exercise
She exercises an unusual profession.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/30793025.webp
show off
He likes to show off his money.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/119895004.webp
write
He is writing a letter.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/67095816.webp
move in together
The two are planning to move in together soon.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
cms/verbs-webp/119379907.webp
guess
You have to guess who I am!
raden
Je moet raden wie ik ben!
cms/verbs-webp/104759694.webp
hope
Many hope for a better future in Europe.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
cms/verbs-webp/75195383.webp
be
You shouldn’t be sad!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/119417660.webp
believe
Many people believe in God.
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/123213401.webp
hate
The two boys hate each other.
haten
De twee jongens haten elkaar.