Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/99602458.webp
beperk
Moet handel beperk word?
beperken
Moet handel worden beperkt?
cms/verbs-webp/124458146.webp
oorlaat
Die eienaars laat hulle honde vir my oor vir ’n stap.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/94555716.webp
word
Hulle het ’n goeie span geword.
worden
Ze zijn een goed team geworden.
cms/verbs-webp/70864457.webp
bring
Die afleweringspersoon bring die kos.
brengen
De bezorger brengt het eten.
cms/verbs-webp/99455547.webp
aanvaar
Sommige mense wil nie die waarheid aanvaar nie.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/113418367.webp
besluit
Sy kan nie besluit watter skoene om te dra nie.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/100565199.webp
ontbyt eet
Ons verkies om in die bed te ontbyt.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/109157162.webp
kom maklik
Surfing kom maklik vir hom.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
cms/verbs-webp/50772718.webp
kanselleer
Die kontrak is gekanselleer.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/49853662.webp
skryf oor
Die kunstenaars het oor die hele muur geskryf.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
cms/verbs-webp/18316732.webp
ry deur
Die kar ry deur ’n boom.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/120282615.webp
belê
Waarin moet ons ons geld belê?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?