Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch

približiti se
Puževi se približavaju jedan drugome.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.

pokupiti
Moramo pokupiti sve jabuke.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.

uzeti
Mora uzeti puno lijekova.
nemen
Ze moet veel medicatie nemen.

snijegiti
Danas je puno snijegilo.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.

vratiti se
Ne može se sam vratiti.
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.

hodati
Ovom stazom se ne smije hodati.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.

objasniti
Djed objašnjava svijet svom unuku.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.

investirati
U što bismo trebali investirati svoj novac?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?

pratiti
Pas ih prati.
begeleiden
De hond begeleidt hen.

početi trčati
Sportaš je spreman početi trčati.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

pojaviti se
Ogromna riba se iznenada pojavila u vodi.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
