Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

cms/verbs-webp/123211541.webp
snijegiti
Danas je puno snijegilo.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
cms/verbs-webp/99769691.webp
prolaziti pokraj
Vlak prolazi pokraj nas.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/106851532.webp
gledati jedno drugo
Dugo su se gledali.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/106622465.webp
sjesti
Ona sjedi kraj mora pri zalasku sunca.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
cms/verbs-webp/129203514.webp
čavrljati
Često čavrlja s susjedom.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
cms/verbs-webp/77738043.webp
početi
Vojnici počinju.
beginnen
De soldaten beginnen.
cms/verbs-webp/121180353.webp
izgubiti
Čekaj, izgubio si novčanik!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
cms/verbs-webp/123380041.webp
dogoditi se
Je li mu se nešto dogodilo u radnoj nesreći?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/82095350.webp
gurnuti
Medicinska sestra gura pacijenta u kolicima.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
cms/verbs-webp/84365550.webp
transportirati
Kamion transportira robu.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/119417660.webp
vjerovati
Mnogi ljudi vjeruju u Boga.
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/108118259.webp
zaboraviti
Sada je zaboravila njegovo ime.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.