Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/12991232.webp
zahvaliti se
Najlepše se vam zahvaljujem za to!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
cms/verbs-webp/62175833.webp
odkriti
Mornarji so odkrili novo deželo.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
cms/verbs-webp/93150363.webp
zbuditi
Pravkar se je zbudil.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/57248153.webp
omeniti
Šef je omenil, da ga bo odpustil.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
cms/verbs-webp/118232218.webp
zaščititi
Otroke je treba zaščititi.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/90321809.webp
porabiti denar
Na popravilih moramo porabiti veliko denarja.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
cms/verbs-webp/123844560.webp
zaščititi
Čelada naj bi zaščitila pred nesrečami.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/123237946.webp
zgoditi se
Tukaj se je zgodila nesreča.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/119895004.webp
pisati
Piše pismo.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/101383370.webp
izhajati
Dekleta rada izhajajo skupaj.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
cms/verbs-webp/95938550.webp
vzeti s seboj
S seboj smo vzeli božično drevo.
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
cms/verbs-webp/104825562.webp
nastaviti
Morate nastaviti uro.
instellen
Je moet de klok instellen.