Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/42212679.webp
delati za
Trdo je delal za svoje dobre ocene.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
cms/verbs-webp/79322446.webp
predstaviti
Svoji družini predstavlja svojo novo punco.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/61826744.webp
ustvariti
Kdo je ustvaril Zemljo?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
cms/verbs-webp/91997551.webp
razumeti
Vsega o računalnikih ne moreš razumeti.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
cms/verbs-webp/63645950.webp
teči
Vsako jutro teče po plaži.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/120515454.webp
hraniti
Otroci hranijo konja.
voeden
De kinderen voeden het paard.
cms/verbs-webp/99725221.webp
lagati
Včasih je v sili treba lagati.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/96476544.webp
določiti
Datum se določa.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/90321809.webp
porabiti denar
Na popravilih moramo porabiti veliko denarja.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
cms/verbs-webp/1502512.webp
brati
Brez očal ne morem brati.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/61162540.webp
sprožiti
Dim je sprožil alarm.
activeren
De rook activeerde het alarm.
cms/verbs-webp/107996282.webp
sklicevati
Učitelj se sklicuje na primer na tabli.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.