Woordenlijst
Leer werkwoorden – Italiaans
seguire
Il mio cane mi segue quando faccio jogging.
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
ringraziare
Ti ringrazio molto per questo!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
pubblicare
L’editore pubblica queste riviste.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
scrivere ovunque
Gli artisti hanno scritto su tutta la parete.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
esplorare
Gli astronauti vogliono esplorare lo spazio esterno.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
smettere
Voglio smettere di fumare da ora!
stoppen
Ik wil nu stoppen met roken!
assumere
L’azienda vuole assumere più persone.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
comandare
Lui comanda il suo cane.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
aumentare
La popolazione è aumentata significativamente.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
ordinare
Lei ordina la colazione per se stessa.
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
rinnovare
Il pittore vuole rinnovare il colore delle pareti.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.