Woordenlijst

Leer werkwoorden – Italiaans

cms/verbs-webp/90773403.webp
seguire
Il mio cane mi segue quando faccio jogging.
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
cms/verbs-webp/12991232.webp
ringraziare
Ti ringrazio molto per questo!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
cms/verbs-webp/98060831.webp
pubblicare
L’editore pubblica queste riviste.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
cms/verbs-webp/49853662.webp
scrivere ovunque
Gli artisti hanno scritto su tutta la parete.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
cms/verbs-webp/129002392.webp
esplorare
Gli astronauti vogliono esplorare lo spazio esterno.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/30314729.webp
smettere
Voglio smettere di fumare da ora!
stoppen
Ik wil nu stoppen met roken!
cms/verbs-webp/103797145.webp
assumere
L’azienda vuole assumere più persone.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/79317407.webp
comandare
Lui comanda il suo cane.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/78773523.webp
aumentare
La popolazione è aumentata significativamente.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/117490230.webp
ordinare
Lei ordina la colazione per se stessa.
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
cms/verbs-webp/128644230.webp
rinnovare
Il pittore vuole rinnovare il colore delle pareti.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
cms/verbs-webp/61806771.webp
portare
Il corriere porta un pacco.
brengen
De koerier brengt een pakketje.