Vocabolario

Impara i verbi – Olandese

cms/verbs-webp/74176286.webp
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
proteggere
La madre protegge suo figlio.
cms/verbs-webp/34725682.webp
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
suggerire
La donna suggerisce qualcosa alla sua amica.
cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
proseguire
Non puoi proseguire oltre questo punto.
cms/verbs-webp/99633900.webp
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
esplorare
Gli umani vogliono esplorare Marte.
cms/verbs-webp/119895004.webp
schrijven
Hij schrijft een brief.
scrivere
Sta scrivendo una lettera.
cms/verbs-webp/125116470.webp
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
fidarsi
Ci fidiamo tutti l’uno dell’altro.
cms/verbs-webp/104759694.webp
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
sperare
Molti sperano in un futuro migliore in Europa.
cms/verbs-webp/60111551.webp
nemen
Ze moet veel medicatie nemen.
prendere
Lei deve prendere molti farmaci.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
monitorare
Qui tutto è monitorato da telecamere.
cms/verbs-webp/116358232.webp
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
accadere
È accaduto qualcosa di brutto.
cms/verbs-webp/109099922.webp
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
ricordare
Il computer mi ricorda i miei appuntamenti.
cms/verbs-webp/106665920.webp
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
provare
La madre prova molto amore per suo figlio.