Woordenlijst

Leer werkwoorden – Zweeds

cms/verbs-webp/33599908.webp
tjäna
Hundar gillar att tjäna sina ägare.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
cms/verbs-webp/62788402.webp
stödja
Vi stödjer gärna din idé.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
cms/verbs-webp/111615154.webp
köra tillbaka
Modern kör dottern tillbaka hem.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/113316795.webp
logga in
Du måste logga in med ditt lösenord.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/35862456.webp
börja
Ett nytt liv börjar med äktenskap.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sortera
Jag har fortfarande många papper att sortera.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
cms/verbs-webp/127720613.webp
sakna
Han saknar sin flickvän mycket.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/97593982.webp
förbereda
En utsökt frukost förbereds!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/128159501.webp
blanda
Olika ingredienser måste blandas.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/71991676.webp
lämna kvar
De lämnade av misstag sitt barn på stationen.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
cms/verbs-webp/117284953.webp
välja ut
Hon väljer ut ett nytt par solglasögon.
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
cms/verbs-webp/47225563.webp
tänka med
Du måste tänka med i kortspel.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.