Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

estimar
Ella estima molt el seu gat.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.

deixar
Ell ha deixat la seva feina.
stoppen
Hij stopte met zijn baan.

resumir
Cal resumir els punts clau d’aquest text.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.

preguntar
La meva mestra sovint em pregunta.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.

aparcar
Els taxis s’han aparcat a la parada.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

demanar
Ella demana un esmorzar per ella mateixa.
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.

trobar-se
És bonic quan dues persones es troben.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.

extingir-se
Molts animals s’han extingit avui.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.

esperar
Molts esperen un futur millor a Europa.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.

passar a través
El cotxe passa a través d’un arbre.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.

portar
El missatger porta un paquet.
brengen
De koerier brengt een pakketje.
