Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/114052356.webp
cremar
La carn no ha de cremar-se a la graella.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/57481685.webp
repetir
L’estudiant ha repetit un any.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/111750395.webp
tornar
No pot tornar sol.
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
cms/verbs-webp/106997420.webp
deixar intacte
La natura va ser deixada intacta.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
cms/verbs-webp/122789548.webp
donar
Què li va donar el seu nòvio pel seu aniversari?
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
cms/verbs-webp/122470941.webp
enviar
Et vaig enviar un missatge.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
cms/verbs-webp/95655547.webp
deixar passar davant
Ningú vol deixar-lo passar davant a la caixa del supermercat.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
cms/verbs-webp/88615590.webp
descriure
Com es pot descriure els colors?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
cms/verbs-webp/117658590.webp
extingir-se
Molts animals s’han extingit avui.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
cms/verbs-webp/64053926.webp
superar
Els atletes superen el salt d’aigua.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/14606062.webp
tenir dret
Les persones grans tenen dret a una pensió.
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.
cms/verbs-webp/81885081.webp
cremar
Ell va cremar una cerilla.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.