Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

dovolit
Neměl by se dovolit deprese.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.

způsobit
Cukr způsobuje mnoho nemocí.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.

testovat
Auto je testováno v dílně.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.

vytvořit
Kdo vytvořil Zemi?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?

mluvit s
S ním by měl někdo mluvit; je tak osamělý.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

snídat
Rádi snídáme v posteli.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

sebrat
Musíme sebrat všechna jablka.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.

vyloučit
Skupina ho vylučuje.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.

běžet směrem k
Dívka běží směrem ke své matce.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.

nechat stát
Dnes mnoho lidí musí nechat stát svá auta.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.

postoupit
Šneci postupují jen pomalu.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
