Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/120452848.webp
žinoti
Ji beveik išmintimi žino daug knygų.
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.
cms/verbs-webp/84847414.webp
rūpintis
Mūsų sūnus labai rūpinasi savo nauju automobiliu.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/117490230.webp
užsisakyti
Ji užsakė sau pusryčius.
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
cms/verbs-webp/93221279.webp
degti
Židinyje dega ugnis.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/83548990.webp
grįžti
Bumerangas grįžo.
terugkomen
De boemerang kwam terug.
cms/verbs-webp/104849232.webp
gimdyti
Ji netrukus pagims.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/124458146.webp
palikti
Savininkai palieka savo šunis man pasivaikščioti.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/43956783.webp
pabėgti
Mūsų katė pabėgo.
weglopen
Onze kat is weggelopen.
cms/verbs-webp/108520089.webp
turėti
Žuvis, sūris ir pienas turi daug baltymų.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/99207030.webp
atvykti
Lėktuvas atvyko laiku.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/18473806.webp
gauti eilės numerį
Prašau palaukti, greitai gausite savo eilės numerį!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
cms/verbs-webp/127620690.webp
apmokestinti
Įmonės apmokestinamos įvairiai.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.