Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/75195383.webp
be
You shouldn’t be sad!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/99392849.webp
remove
How can one remove a red wine stain?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/116519780.webp
run out
She runs out with the new shoes.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
cms/verbs-webp/63244437.webp
cover
She covers her face.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
cms/verbs-webp/90292577.webp
get through
The water was too high; the truck couldn’t get through.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/102238862.webp
visit
An old friend visits her.
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.
cms/verbs-webp/8451970.webp
discuss
The colleagues discuss the problem.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/67880049.webp
let go
You must not let go of the grip!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/122398994.webp
kill
Be careful, you can kill someone with that axe!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
cms/verbs-webp/109157162.webp
come easy
Surfing comes easily to him.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
cms/verbs-webp/94909729.webp
wait
We still have to wait for a month.
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/106622465.webp
sit down
She sits by the sea at sunset.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.