Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/104476632.webp
wash up
I don’t like washing the dishes.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/97335541.webp
comment
He comments on politics every day.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/113966353.webp
serve
The waiter serves the food.
serveren
De ober serveert het eten.
cms/verbs-webp/100298227.webp
hug
He hugs his old father.
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
cms/verbs-webp/93169145.webp
speak
He speaks to his audience.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/109542274.webp
let through
Should refugees be let through at the borders?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/91930542.webp
stop
The policewoman stops the car.
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/102397678.webp
publish
Advertising is often published in newspapers.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/105934977.webp
generate
We generate electricity with wind and sunlight.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/46602585.webp
transport
We transport the bikes on the car roof.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/108556805.webp
look down
I could look down on the beach from the window.
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
cms/verbs-webp/32312845.webp
exclude
The group excludes him.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.