Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

stop
The policewoman stops the car.
stoppen
De agente stopt de auto.

receive
She received a very nice gift.
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.

imitate
The child imitates an airplane.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.

remove
How can one remove a red wine stain?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?

endorse
We gladly endorse your idea.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.

talk badly
The classmates talk badly about her.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

punish
She punished her daughter.
straffen
Ze strafte haar dochter.

prepare
A delicious breakfast is prepared!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!

make progress
Snails only make slow progress.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.

leave
Many English people wanted to leave the EU.
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.

throw away
He steps on a thrown-away banana peel.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
