Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/96531863.webp
go through
Can the cat go through this hole?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/124320643.webp
find difficult
Both find it hard to say goodbye.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
cms/verbs-webp/74693823.webp
need
You need a jack to change a tire.
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
cms/verbs-webp/101630613.webp
search
The burglar searches the house.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/91442777.webp
step on
I can’t step on the ground with this foot.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/81986237.webp
mix
She mixes a fruit juice.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
cms/verbs-webp/109588921.webp
turn off
She turns off the alarm clock.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
cms/verbs-webp/102167684.webp
compare
They compare their figures.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
cms/verbs-webp/120220195.webp
sell
The traders are selling many goods.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/123492574.webp
train
Professional athletes have to train every day.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
cms/verbs-webp/118483894.webp
enjoy
She enjoys life.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/21529020.webp
run towards
The girl runs towards her mother.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.