Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/85968175.webp
damage
Two cars were damaged in the accident.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
cms/verbs-webp/104167534.webp
own
I own a red sports car.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
cms/verbs-webp/118011740.webp
build
The children are building a tall tower.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/84472893.webp
ride
Kids like to ride bikes or scooters.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/123786066.webp
drink
She drinks tea.
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/119302514.webp
call
The girl is calling her friend.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.
cms/verbs-webp/110646130.webp
cover
She has covered the bread with cheese.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/118596482.webp
search
I search for mushrooms in the fall.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
cms/verbs-webp/118759500.webp
harvest
We harvested a lot of wine.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
cms/verbs-webp/119335162.webp
move
It’s healthy to move a lot.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
cms/verbs-webp/120655636.webp
update
Nowadays, you have to constantly update your knowledge.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
cms/verbs-webp/58292283.webp
demand
He is demanding compensation.
eisen
Hij eist compensatie.