Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors
beskytte
Barn må beskyttes.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
klemme ut
Hun klemmer ut sitronen.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
oppdatere
Nå til dags må man stadig oppdatere kunnskapen sin.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
betale
Hun betalte med kredittkort.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
ringe tilbake
Vær så snill å ringe meg tilbake i morgen.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
tale ut
Hun ønsker å tale ut til vennen sin.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
oppsummere
Du må oppsummere hovedpunktene fra denne teksten.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
foretrekke
Mange barn foretrekker godteri fremfor sunne ting.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
oppdage
Sjømennene har oppdaget et nytt land.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
gjenta
Kan du gjenta det, vær så snill?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
ligge motsatt
Der er slottet - det ligger rett motsatt!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!