Woordenlijst

Leer werkwoorden – Slovaaks

cms/verbs-webp/75195383.webp
byť
Nemal by si byť smutný!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/84365550.webp
prepravovať
Nákladník prepravuje tovar.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/38753106.webp
hovoriť
V kine by sa nemalo hovoriť príliš nahlas.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
cms/verbs-webp/127620690.webp
zdanit
Firmy sú zdaňované rôznymi spôsobmi.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/101938684.webp
vykonať
On vykonáva opravu.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
cms/verbs-webp/130770778.webp
cestovať
Rád cestuje a videl mnoho krajín.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/124458146.webp
nechať
Majitelia mi nechajú svoje psy na prechádzku.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/10206394.webp
vydržať
Ťažko vydrží tú bolesť!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/121870340.webp
bežať
Športovec beží.
rennen
De atleet rent.
cms/verbs-webp/111750432.webp
visieť
Oba visia na vetve.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/106591766.webp
stačiť
Na obed mi stačí šalát.
genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.
cms/verbs-webp/61806771.webp
priniesť
Kurier prináša balík.
brengen
De koerier brengt een pakketje.