Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/102631405.webp
vergessen
Sie will die Vergangenheit nicht vergessen.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
cms/verbs-webp/102731114.webp
veröffentlichen
Der Verlag hat viele Bücher veröffentlicht.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/123179881.webp
üben
Er übt jeden Tag mit seinem Skateboard.
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
cms/verbs-webp/114231240.webp
lügen
Er lügt oft, wenn er etwas verkaufen will.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/86996301.webp
einstehen
Die beiden Freundinnen wollen immer für einander einstehen.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
cms/verbs-webp/129002392.webp
erforschen
Die Astronauten wollen das Weltall erforschen.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/86215362.webp
versenden
Dieses Unternehmen versendet Waren in alle Welt.
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
cms/verbs-webp/122470941.webp
schicken
Ich habe dir eine Nachricht geschickt.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
cms/verbs-webp/63935931.webp
wenden
Sie wendet das Fleisch.
draaien
Ze draait het vlees.
cms/verbs-webp/108556805.webp
herabsehen
Ich konnte vom Fenster auf den Strand herabsehen.
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
cms/verbs-webp/4706191.webp
praktizieren
Die Frau praktiziert Yoga.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
cms/verbs-webp/120259827.webp
kritisieren
Der Chef kritisiert den Mitarbeiter.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.