Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

zvonit
Zvonek zvoní každý den.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.

zvýšit
Populace se výrazně zvýšila.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.

najmout
Firma chce najmout více lidí.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

podpořit
Rádi podpoříme vaši myšlenku.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.

odložit
Chci každý měsíc odložit nějaké peníze na později.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

vystavovat
Zde je vystavováno moderní umění.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.

začít běhat
Sportovec se chystá začít běhat.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

dokázat
Chce dokázat matematický vzorec.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

propustit
Můj šéf mě propustil.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.

přiblížit se
Slimáci se k sobě přibližují.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.

fungovat
Motorka je rozbitá; už nefunguje.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
