Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch
stanovit
Termín se stanovuje.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
oženit se
Nezletilí se nesmějí oženit.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
zbankrotovat
Firma pravděpodobně brzy zbankrotuje.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
projít
Může tudy projít kočka?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
obohatit
Koření obohacuje naše jídlo.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
pustit
Nesmíš pustit úchyt!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
způsobit
Cukr způsobuje mnoho nemocí.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
omezit
Měl by být obchod omezen?
beperken
Moet handel worden beperkt?
udělat chybu
Dobře přemýšlej, abys neudělal chybu!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
ležet naproti
Tam je hrad - leží přímo naproti!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
vidět jasně
Skrz mé nové brýle vše jasně vidím.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.